CBR

VCBA: ‘CBR jurist Remco Rodenrijs intimideerde in 2023 Erik Boensma ook al’

Het is de zomer van 2023 wanneer de Deldense rijschoolhouder Erik Boensma klaar zit bij de telefoon voor een hoorzitting over een van de vele WOO verzoeken die hij indiende bij het CBR. Het CBR wil via een ‘conference-call’ graag met Boensma in gesprek over zijn WOO over de zogenaamde ‘papier-aanvraag’, waarmee jonge consumenten zonder tussenkomst van een bij het CBR ingeschreven opleider de toets- en het praktijkexamens kunnen aanvragen. Boensma zit klaar en het telefoongesprek met de CBR’ers wordt door hem opgenomen. Boensma strijd al ruim tien jaar tegen onrechtmatige bemoeienis bij zijn rijschool door het CBR; hij weet hoe men te werk gaat en wil het telefoongesprek bewaren voor een aanstaande juridische procedure. Hij heeft al groen licht van zijn rechtsbijstandverzekering om te procederen tegen het CBR.

Duidelijk is op dat moment al dat het CBR onrechtmatig handelt in het geval dat jongeren via de website van het CBR zelf een praktijkexamen aanvragen; dat examen staat bekend als code 00. Erik Boensma heeft al gehoord van een collega dat de lokale CBR coach, Henri Vianen, in een gesprek bij de barbecue heeft verteld dat het CBR er een actief ontmoedigingsbeleid op nahoud als jongeren zelf een praktijkexamen willen reserveren. Alles wordt in het werk gesteld om die ‘eigen aanvraag’ te frustreren. Jongeren kunnen geen voorkeur aangeven, niet kiezen uit een geschikt tijdstip, niet wisselen en moeten soms een half jaar vooraf de kosten betalen, daar waar dat niet hoeft wanneer leerlingen een bij het CBR ingeschreven rijschool machtigen dat voor hen te doen.

Onderdeel van het WOO verzoek is dat Erik Boensma wil dat het CBR alle documenten, apps en andere communicatie openbaar maakt, waaruit blijkt dat de Tweede Kamer, of de minister, ingestemd heeft met het feit dat bij een 00-examen geen instructeur mag meerijden.

fragment uit het WOO verzoek van Erik Boensma in 2023

VCBA: ‘Het was duidelijk dat het CBR helemaal geen toestemming had van haar opdrachtgever – het Directoraat Generaal Mobiliteit van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat – om afwijkende regels voor de ‘papieren aanvraag’ te hanteren. Volgens ons staat in artikel 1 van de Grondwet dat iedere Nederlander gelijke rechten heeft. Bij het CBR is dat al heel erg lang niet het geval.

Het CBR oefent daarnaast oneigenlijke invloed uit op de rijopleiders die zich door de leerlingen laten machtigen, terwijl het CBR geen enkele bevoegdheid heeft om zich met de rijopleiding voor het B rijbewijs te bemoeien. Het gesprek tussen Boensma en de CBR’ers verliep daarom erg moeizaam. Ze wilden er vanaf; ze waren van meet af aan niet van plan om zich te houden aan de Wet Open Overheid.’

‘Op een bepaald moment mengt zich een jurist in het gesprek: ene Remco Rodenrijs. Hij bemoeit zich er mee wanneer Boensma aangeeft dat hij ruim budget heeft van zijn verzekering om desnoods een juridische procedure te starten tegen het CBR. Vanuit het CBR is tot dat moment met geen woord gerept dat er een jurist bij de hoorzitting aanwezig is. Rodenrijs, dan nog maar enkele maanden in dienst van het CBR, reageert fel op de woorden van Erik Boensma: ‘Tegen het CBR procederen? Dat is zinloos, wij winnen altijd! Zal ik u even een stapel uitspraken sturen waaruit u duidelijk wordt dat procederen tegen het CBR volstrekt zinloos is?’

VCBA over het gesprek: ‘ We hebben het hier over een hoorzitting die het CBR nodig acht om Boensma te bevragen waarna hij exact op zoek is, maar in feite is deze telefonische hoorzitting niets anders dan een geregisseerde poging hem te ontmoedigen en maximaal te intimideren.’

Uiteindelijk heeft de intimidatie door de CBR jurist zijn uitwerking. Temeer omdat Erik Boensma direct na de zomervakantie een schorsing wordt aangesmeerd door enkele lokale CBR medewerkers. Uit documenten die het CBR op grond van de Wet Open Overheid op de eigen website moet openbaren ontstaat overduidelijk het beeld dat Erik Boensma ‘gepiepeld’ is. De toegezegde stapel uitspraken heeft hij nooit ontvangen, in plaats daarvan krijgt hij een schorsing van enkele maanden.

Erik Boensma heeft eieren voor zijn geld gekozen in het belang van de gezinnen van zijn instructeurs en zijn eigen gezin. Hij wist, zeker na de schorsing, dat zijn rijschool kapot gemaakt zal worden door het CBR. Het is juist die intimidatie vanuit dit onderdeel van onze overheid die kenmerkend is voor de angstcultuur die met harde hand in stand wordt gehouden. In de wetenschap dat de landsadvocaat in een negatief advies aan de directie van het CBR laat weten dat het CBR geen enkele wettelijke bevoegdheid heeft bij de rijopleiding voor het B rijbewijs is dat toch zeer opmerkelijk.’