Onder druk van de Tweede Kamer probeert CBR tevergeefs jarenlange misleiding van jongeren te ‘repareren’!
Het is dankzij vragen en aangenomen moties uit de Tweede Kamer dat het CBR maatregelen neemt om richting de rijschoolwereld én consument transparanter te worden over tal van misstanden die genoemd zijn in een brandbrief van de Vereniging Consumentenbelang Autorijbewijs. Die brandbrief blijkt een hoofdpijndossier te worden voor elkaar opvolgende ministers, omdat de nooit door het ministerie beantwoorde brief heeft geleid tot veel kamervragen. In de brandbrief van 8 september 2023 (!) aan de adjunct-directeur Directeur Generaal Mobiliteit Marion Smit somde de VCBA een zestal zaken op die strijdig bleken met een betrouwbare overheid.
Eerder dit jaar moest het CBR al kleur bekennen door via de eigen website in een tool de werkelijke wachttijden openbaar te maken. Toen bleek al dat de werkelijke wachttijd landelijk nog steeds minimaal tweemaal of driemaal de KPI (KPI=7 weken) bedroeg, terwijl de Tweede Kamer zowel in 2023 als 2024 geïnformeerd werd door de minister dat het CBR deze per jaar-ultimo terug zou brengen naar de KPI. In die jaren moesten tienduizenden jongeren echter in werkelijkheid soms wel 10 extra rijlessen inkopen, omdat ze vaak vier maanden of langer moesten wachten dan de Tweede Kamer werd voorgehouden door het CBR. De wachttijden bleken, zo valt op te maken uit screenshots uit TOP per jaarultimo ‘23/‘24, destijds namelijk in werkelijkheid 16 tot 23 weken. Daarmee is de Tweede Kamer tijdens het bewind van de huidige Delftse burgemeester Pechtold fout geïnformeerd en dat was in andere tijden een politieke doodzonde! Inmiddels is het ‘de standaard’.
Nu heeft het CBR, volgens het CBR-goedgezinde betaalde blog Rij-instructie.nl, bekend gemaakt dat voortaan het slagingspercentage van het eerste praktijkexamen prominenter in beeld is. Die verandering op de Rijschoolzoeker veranderd echter niets aan het misleidende karakter van het CBR slagingspercentage.
Het is algemeen bekend en gebleken uit onderzoek dat het slagingspercentage eenvoudig kan worden gemanipuleerd en het CBR is al jaren geleden geïnformeerd dat dit leidt tot ernstige misleiding van jongeren en hun ouders. In de volksmond ‘oplichting’!
Vooral grote opleiders hebben regelmatig een tweede inschrijving bij het CBR, waarmee ze ook B-examens inkopen en laten afnemen. Door minder getalenteerde kandidaten via die tweede BV naar het praktijkexamen te sturen worden deze ‘zakkers’ niet meegewogen in de eerste examens en beïnvloeden dus het werkelijke slagingspercentage zoals nu te zien is in de Rijschoolzoeker. De in maart gefailleerde ANWB rijopleider Hartemink uit Eibergen was zo’n grote rijopleider die op die manier bijna 1000 B examens ‘buiten beeld’ wist te houden. De ANWB franchise organisatie ARO BV is daar ook van op de hoogte.
Verder is er nog de U-bocht constructie waarbij rijscholen de ‘mindere Goden’ een praktijkexamen laten inkopen via de zogenaamde RAK’s; bemiddelingbureau’s die grote aantallen praktijkexamens inkopen bij het CBR en met een marge doorverkopen. De grootste is Top-Drive / Rijschool L van Sjaam Kalloe; in 2023 verkocht hij op die manier 10.000 praktijkexamens die buiten beeld bleven bij de berekening van het slagingspercentage. Maar er zijn veel meer van dit soort bonafide tussenpersonen. Ook de resultaten van die kandidaten worden daarmee niet meegewogen in het slagingspercentage van een rijschool.
Verder werd/wordt de Tussentijdse Toets niet meegewogen; terwijl dit wel door directeur Jan Jurgen Huizing in het verleden werd genoemd als ‘soort van proefexamen’. Hoewel deze TTT momenteel ‘on hold’ is gezet onder dwang van de Tweede Kamer wordt deze nog wel verkocht voor de door het CBR zelf ontwikkelde en geëxploiteerde Rijopleiding In Stappen. Ook dat tast de betrouwbaarheid van het zo geroemde en gevreesde CBR slagingspercentage ernstig aan.
Daarnaast erkende de collega van voormalig algemeen directeur Pechtold al in een brief in 2021 dat het aantal les-uren niet wordt meegewogen. Rijscholen die hun leerlingen ‘dwingen’ om 50, 60 of 70 uur te lessen zullen daardoor meestal een beter slagingspercentage hebben. Da’s mooi, maar je bent als jongere dan wel 1000 euro of meer kwijt voor je rijopleiding.
Het tonen van het slagingspercentage via een systeem van de overheid wordt door VCBA beschouwd als ongewenste inmenging vanuit de overheid. Zeker als uit onderzoek en een recent artikel in het Algemeen Dagblad blijkt dat het CBR manipulatie niet kan of wil tegengaan en onbetrouwbare informatie opdringt aan de jonge, kwetsbare consument. Soms nog minderjarig!
[tekst gaat door onder afbeelding]

Het slagingspercentage wordt door het CBR vooral gebruikt om de rijschoolwereld in een angstcultuur onder haar invloedssfeer te houden. Rijscholen en instructeurs zijn als de dood voor een slecht slagingspercentage, terwijl er talloze manieren zijn dat slechtwillenden, maar ook het CBR zelf, dit percentage eenvoudig kan beïnvloeden of manipuleren en misbruiken. Wie kritiek levert of klachten indient tegen individuele examinatoren loopt het risico dat het slagingspercentage snel daalt. Dat is algemeen bekend in de branche en wordt al sinds tijden ingezet als ‘pressie- of chantage middel’.
Het is de hoogste tijd dat de Tweede Kamer onderzoek laat doen naar de betrouwbaarheid van deze overheids graadmeter die de marktwerking ongewenst beïnvloedt. Eerder ontving de vaste kamercommissie van I&W al een voorstel om hoogleraar Ronald Meester onderzoek te laten doen naar de betrouwbaarheid van het ernstig misleidende en ongewenste CBR slagingspercentage. Ook is er deze week een verzoek vanuit de Vereniging Consumentenbelang Autorijbewijs gestuurd naar de ACM; de Autoriteit Consument & Markt.
Na de verkiezingen zal de lobby richting Tweede Kamer ook weer voortgezet worden door VCBA. Na het vertrek uit de Tweede Kamer van Olger van Dijk (NSC) en Hester Veltman (VVD) hoop ik dat Hidde Heutink (PVV) nieuwe voorvechters bij andere partijen krijgt die kritisch zijn op het CBR en streven naar échte transparantie bij dit uiterst onbetrouwbare en slecht functionerend deel van onze overheid; het CBR.
